Toetsing wil dus zeggen dat je naar een specifiek kenmerk zoekt in je gebied, om te zien of op die plek zich inderdaad iets voordoet dat je verwacht vanuit je theoretische kennis.
Je hebt bijvoorbeeld eindeloos naar hydrologische gegevens gekeken en potentiaalkaarten, en je gaat nu controleren of er op een bepaalde plek inderdaad kwelverschijnselen te zien zijn. Dus je verwacht daar roest aan te treffen, of bacterievliezen op het water, of bepaalde plantensoorten.
Het vraagt dus een goede hypothese - een scherpe vraag om die op een specifieke plek te toetsen en dan een duidelijk toetsingscriterium.
Het vergt ook de openheid om -als het resultaat niet is wat je had verwacht- de oorspronkelijke hypothese nog eens onder de loep te nemen. Misschien moet je je beeld over het gebied bijstellen. Dat is eenvoudiger gezegd dan gedaan - want je moet misschien een stuk onderzoek overdoen - maar het is wel essentieel!
Nagaan of voorspellingen juist zijn.
Voorspellingsmodel: huidige en toekomstige gedrag.
Uitvoering van toetsing.
Vergelijking van uitkomsten veldonderzoek met hypothesen en voorspellingen.
Je moet dus nu de opgestelde hypothesen gaan toetsen: